Wat mag niet?
Het is verboden een voertuig te besturen met meer dan 0,5 ‰ alcohol in het bloed. Dit promillage staat ongeveer gelijk aan twee glazen alcohol. Voor beginnend bestuurders geldt een promillage van 0,2 ‰. Bij een combinatie tussen alcohol en drugs geldt ook voor een ervaren bestuurder dat het niet toegestaan is een voertuig te besturen met promillage van meer dan 0,2 ‰.
Alcoholcontrole
Aan een alcoholcontrole bent u verplicht mee te werken. Weigert u dit of zorgt u dat er geen uitslag komt, dan kan de politie u bevelen een ademanalyse op het bureau te ondergaan. Tenzij er een medische reden is, is het niet meewerken aan een blaastest een verkeersbedrijf. Een van de sancties is dat uw rijbewijs onmiddellijk ingevorderd wordt.
Sancties
Bij een relatief lichte overschrijding van het toegestane alcoholpromillage, krijgt u een strafbeschikking thuisgestuurd. Overtredingen boven de 0,8‰ worden voorgelegd aan de officier van justitie van het Openbaar Ministerie.
Voor het rijden onder invloed kan een rijverbod worden opgelegd, het rijbewijs ingevorderd of ingehouden worden en/of een boete of een gevangenisstraf worden opgelegd. Daarnaast kan het CBR beslissen dat een cursus moet worden gevolgd, de (Lichte) Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer ((L)EMA)), of dat een Onderzoek alcohol / drugs moet plaatsvinden. Op de website van het CBR vindt u hier meer informatie over.
Bij het bepalen van de strafmaat is onder meer van belang:
-
of sprake was van een verkeersongeval;
-
of er slachtoffers waren;
-
of de verkeersveiligheid in gevaar gebracht is;
-
of sprake is van recidive.
Meer informatie?
De richtlijn van het Openbaar Ministerie voor het rijden onder invloed van alcohol en/of drugs en rijden tijdens een rijverbod vindt u hier.
Meer informatie over de ‘recidiveregeling alcohol en drugs’ van het Openbaar Ministerie vindt u hier.